zaterdag 18 december 2010

Belize

Zo groot als België met 250 000 inwoners, en wat voor inwoners! Een onvoorstelbare mengelmoes van culturen die in geen enkel opzicht te vergelijken vallen met enkel het land waarin ze wonen als gemeenschappelijke deler. Naast de inheemse Mayabevolking, de geïmporteerde Kreolen en gemengde Mestiezen, is een vijfde van hen Garifuna: Westafrikanen die door de Engelsen verdreven zijn geweest en zich verder ontwikkeld hebben tot rasta's. "Yo men, take it slow"
Een tiende is mennoniet, Duitse of Nederlandse 'wedergeborenen' die in de 17de eeuw uit Europa gevlucht zijn en nog steeds in hetzelfde tijdperk lijken te leven. Ze verafschuwen vooruitgang, verkiezen paard en kar, gebruiken geen electriciteit, leven in traditionele huizen, dragen traditionele kledij en koesteren traditionele gebruiken zoals met de hand het land bewerken, pure zelfkastijding als je het ons vraagt.
Maar dat is niet alles: 12 jaar geleden werden er massaal Taiwanezen opgestuurd onder het mom van gezondheid en vrijheid. Ondertussen bezitten ze allemaal een eigen supermarkt(je) en hebben ze zowat de hele Beliziaanse buisiness in handen. Tel daarbij economische vluchtelingen uit heel Centraal Amerika, Pakistani en Indiërs die nooit in USA geraakt zijn, Europeanen die het bij ons te bont gemaakt hebben en last but not least een hoopje Amerikanen die Belize als Benidorm gebruiken...
Beeld het je in: in de supermarkt van de hardwerkende doelgerichte Taiwanees staan ze allen naast elkaar. Ons gezond verstand kan er niet bij, en toch: het werkt!

Het land zelf is een strookje paradijs aan de Caraïbische zee. Orkaan Hattie heeft de hoofdstad in 1961 weggeblazen en dus hebben ze haar 50km landinwaarts, waar er niets te beleven valt, herbouwd in gloednieuw beton. De voormalige hoofdstad is nu 1 grote suburb gevuld met alle mogelijke sukkelaars. De andere steden zijn zo groot als Rollegem-Kapelle. Toch moeten we opletten: wat overdag het paradijs lijkt verandert ´s nachts in de hel. Eenmaal het duister valt zitten we fraai te wezen in onze gebarricadeerde kamer.

De helft van wat we willen bezoeken is een maand geleden weggeblazen door orkaan Richard maar gelukkig bleef het Caraïbische eiland dat we uitkozen tot rustoord voor 1 dag gespaard van dergelijke ellende. Witte stranden, palmbomen, kristalblauw water en snorkelen tussen haaien en roggen.. een mens kan het veel slechter treffen.

donderdag 9 december 2010

De tropen

De tropen zijn maf: bananen, ananassen, palmbomen, papegaaien, apen, jungle, regenwoud, tropische stranden, een massa mayasites en natuurlijk de Mexicanen. Prachtig! We hebben Noord Amerika verlaten en zijn Centraal Amerika ingerold. Een nieuw leven begint. We zijn verhuisd met 1 afdaling. De koloniale steden liggen achter ons, de bergen zijn verdwenen, de koele temperaturen verleden, het puffen op berghellingen gedaan en de sites van tolteken, azteken en onbekende teken zijn niet meer.
Normaal gebeuren dergelijke overgangen voor de fietster langzaam, deze keer was het abrupt, zeer abrupt. Gisteren sliepen we nog in onze winterslaapzak, vandaag is zelfs een lakentje teveel. Truien, muts, handschoenen en slaapzak hebben we ritueel ergens diep in onze fietstassen weggestopt om ze pas binnen enkele maanden aan de voet van de Andes terug op te vissen.

We fietsen voor het eerst langs de Golf van Mexico. Met paradijselijk uitzicht, azuurblauwe zee, parelwitte stranden en palmbomen maar even goed bijtende armoede.. Tot daar het paradijs, het lijkt eerder een mooi verpakte hel.
Langs de ene kant van de hutjes ligt een berg coquilles, langs de andere een berg kokosnoten. Op geregelde tijdstippen neemt een orkaan de coquilles, de kokosnoten, de hutjes en zelfs de weg mee om het hele boeltje een eindje verder op de parelwitte stranden te droppen. De enige mogelijkheid is dan ook te rijden door mensen hun stukje erf, mooi bewaakt door een touw, principe tolweg: een muntje betalen en dan mag je 100m over de met kokosnoten verstevigde zandweg rijden. De hele familie wacht, bungelend in hangmatten, op muntjes, een schrijnend zicht.
Eenmaal 18u veranderen de tropen in een muggenparadijs - muggenspray is de eau de cologne van het kamperen - en 's nachts valt het water met bakken uit de hemel waardoor alles omgetoverd wordt in een modderpoel. 200km kust, zinderende hitte en pakkende armoede zodat we zelfs geen zin hebben om te zwemmen. Dus terug landinwaarts. De armoede blijft en we krijgen er nu ook de chaos bij.

In de steden laveren we tussen riksja's, verkopers, auto's, dieren, putten in de weg, politiepatrouilles (de drugsoorlog u know) en reklamebrommers( brommers die de hele stad doorkruisen met achteraan een grote schetterende box met reklame voor de plaatselijke middenstand). Bedelaars zijn verdwenen, iedereen heeft hier nu zijn eigen handeltje midden op onze weg. We hebben ogen en oren tekort om alles in ons op te nemen. Chaos alom, een chaos die enkel plaats maakt voor perfect georganiseerde mayasites. We bezoeken er massa's, rijden er zelfs 100den kilometers voor rond.

De sites zijn een dubbeltje op zijn kant: hoewel Chichen Itza een nieuw wereldwonder is en veel bouwwerken machtig zijn, blijft het soms een hoop stenen. Het is pas door de bezoeken aan de vele mayamusea en onze verbeelding dat de ruines tot leven komen en hun grootsheid zichtbaar wordt.
Het is vooral de omringende jungle die de sites zo grandioos maken. Het is machtig om op de top van een tempel, op zo'n 30m hoogte, brulapen te horen brullen, door de meest kleurrijke vogels begroet te worden en de zon te zien ondergaan en opkomen waarbij je 's nachts in een hutje onder de kletterende regen slaapt.. het is onbeschrijfelijk.

Goed gek mag dan terug veranderen in best wel fijn. We zijn nu 100 dagen en 5500km onderweg.

donderdag 4 november 2010

waanzin in de bergen

Afzien met plezier ga ik veranderen in "goed gek". Het hoogplateau waar we op fietsten is weggevallen maar de bergen zijn gebleven en we moeten erover, zonder pardon. Voor ons liggen massieve bergen en dat is des duivels, de hel voor onze benen. Stel je voor, bergetappes uit de tour de france met een stalen ros en 40 kg bagage. Een beetje waanzin dus. De eerste bergpas hadden we niet zien aankomen en vlotte goed. De tweede waren we voorbereid en ging nog beter. De derde heeft ons gekraakt en na 2 dagen dood op een hotelkamer kozen we voor 4 en 5. goed voorbereid weliswaar. Zo goed dat we een spaanse bergwoordenschat ontwikkeld hebben, googlemaps ons bijna een beloning gaf en onze kaarten uiteenvielen van't zweet. In de reisgids staan 2 woordjes "exhilirating road". Caramba 20 km meer dan 10 procent stijgen. We zijn naar boven gekropen. 100 meter fietsen, 100 meter wandelen, sterven, 100 meter fietsen, wandelen, sterven... Het eerste uur zing je nog " what goes up must go down". Het tweede uur is al een beetje serieuzer. Het derde uur wordt het langzaam ijl in je hoofd en't vierde uur zing je vlaamse schlagers uit volle borst,puffend weliswaar. "'k zit op het dak van de wereld" en "boven de wolken is de hemel altijd blauw". Het lichaam sterft langzaam af en dan woehaaaaaaaa: de top. En waarempel, hier zijn we effectief boven de wolken en inderdaad vanaf vandaag kan ik het beamen "boven de wolken is de hemel altijd blauw". Na 2 seconden dalen is alle leed vergeten en ben je aan het roepen en tieren, euforie, gelukt, gepasseerd en voorbij. 's Werelds meest megalomane roetsjbaan ligt voor ons. we staan op 3000 meter en voor ons liggen de tropen op welgeteld 0 meter.

Een tekstje over de ultieme schoonheid van de natuur, de mexicanen, de steden en de archeologische sites is voor de volgende keer als we een beetje uitgezweet zijn.

vrijdag 15 oktober 2010

mexico

Welgeteld 1 minuut heeft het geduurd om Amerika te vergeten!
De knappe douanierster in een strak pakje met geweer over de schouder plukt ons van de bus. yep uitverkoren. Ik zeg Bel-chica en ik mag haar volgen naar haar kantoortje. Op haar rug staat poes (policia estatal). In haar kantoor staat een groot verkeerslicht. Ze wijst me naar een grote knop. Ik mag duwen. Het licht begint te knipperen, tuiten en fluiten en springt uiteindelijk op groen. Bingo, onze bus mag doorrijden zonder controle.
De tweede minuut staan we in Zacatecas. Mexico is vandaag 200 jaar onafhankelijk, fiesta! Ik dacht dat wij konden feesten maar de mexicanen, amai, die kunnen feesten. Hierbij zijn de gentse feesten een rusthuistheekransje. De mannen vormen een haag rond het marktplein waar de meisjes doorlopen in hun meest sexy pakjes. De meisjes(intelligent als overal)wandelen rond, niet 1 toertje maar tientallen toertjes om te kijken wat in de aanbieding staat. De mannen zetten hun beste beentje voor. Ze draaien in het haar van de meisjes, strooien confetti en bieden roosjes aan. Als het begint te klikken, na verschillende toertjes, huren ze een muzikant in om de romantiek een duwtje te geven en bingo. Na enkele uren is't spel in gang. Tijd om te swingen. Niet minder dan 8 fanfares vrolijken de boel op. De verse koppeltjes springen in't rond. Voor een toerist onbegrijpbaar. In mijn ene oor hoor ik een fanfare maar ook in mijn ander oor en dan nog een fanfare tussen mijn 2 oren met rondom ons geswing, romantiek en gelik. De fanfares geven de hele nacht niet op, ze hebben er een ongelooflijk plezier in. Zo zagen we een fanfare met 12 man die melodrama stond te spelen rond een kotsende vent, een fanfare in roze pakjes die een bejaard koppel romantisch naar huis begeleidde en een fanfare in maatpak die ons deed dansen. En dan spraken we nog niet van de huurbare muzikanten en van't vuurwerk. Ze maken hier installaties met radartjes, kleurtjes en fonteintjes, of beter fonteinen. De helft van de mexicanen gaat naar huis met brandwonden die ze als eretekens beschouwen. Bam, we zijn in Mexico, fiesta niet voor een dag maar een week. Rodeo's,stierengevechten,optochten,kermis,feest en braderie. Alle mannen onderweg met een lederen zak tequilla en hun verse verovering in een strooien rokje(i wish). Het zal ons later blijken dat de mexicanen altijd een beetje uitgelaten zijn in het weekend. Iedereen op straat. De helft om uit te blazen van een zware werkweek, de andere helft om dingen te verkopen.

En dan waren we nog niet beginnen fietsen. Een beetje leuk oponthoud want de mexicanen houden van drinken, rijden en rally in 1 keer. We waren gewaarschuwd. Het blijkt beter mee te vallen dan verwacht. Ze kunnen goed drinken en zijn goeie rallypiloten, zelfs uiterst vriendelijk en lieve chauffeurs. Vertragen, zwaaien en uitwijken voor ons. Voor hen die dat niet van plan waren zijn er de miljoenen vette vluchtheuvels. Verplicht vertragen en de ideale plaats voor bedelaars om met een vlagje en spaarpot muntjes te verzamelen of verkopers met dingen om te versassen. Hetzelfde aan de verkeerslichten. Het is bijna spektakel. En waw, wat een route! Amerika is vergeten. We fietsen op een hoogplateau boven de 2000 meter. Langgerekte valleien met oneindige wegen, tussenin prachtige koloniale steden aangelegd door de spanjaarden die steeds in een put liggen. De dag eindigt met een roetsjbaan en s'morgens klauteren we omhoog. Het is fantastisch geworden. Overdag peddelen we in een prachtige natuur, langzaam klimmen en dalen met elke vallei een nieuwe verrassing. Soms dor, soms landbouw, soms cactussen, soms bloemen en vergezichten om u tegen te zeggen. Soms zien we de stad 50 km verder liggen en weten we wat ons te doen staat. Soms worden we overvallen en beloond met afdalingen en soms mogen we een hele dag langzaam klauteren of een hele dag langzaam dalen. Het enige wat ons parten speelt is de wind. We hebben terug een tropische storm en dat kan bijten. Een ganse dag bergop tegen wind, maar opgeven, nee daarvoor is het te mooi. Afzien met plezier heet dat.

En dan is er de avond. We zijn voor de veiligheid verhuist naar hotelkamers en zijn nu s'avonds in de stad. De mexicanen leven als de spanjaarden s'avonds op straat. Veel eetstandjes,cafeetjes,terrasjes en levendige stadsparken in de koloniale steden vol prachtige oude mooi verlichte gebouwen, elke dag opnieuw en dat is het voordeel van de fietser. Wij kiezen niet. De route,de wind en de benen bepalen voor ons. Wij kunnen gewoon gelukkig zijn met wat we krijgen. Soms koloniale hotels met bravoure en de volgende dag een verloederde achterkamer uit de middeleeuwen met kakkerlakken waar de huisbaas met de vloerborstel de lavabo nog vlug eens uitveegt. Soms komen we in een heel stille stad maar de dag erna is het feest in een onooglijk dorpje. Wel zijn er overal de mexicanen, heel zorgzaam en vriendelijk voor elkaar en voor ons. We kunnen er iets van leren.

We rijden langs mexico city en verbinden vanaf hier al de mogelijke sites van tolteken azteken en zapotheken

zondag 19 september 2010

3500 km zwoegen

De route
Wow! NYC is volledig fietsvriendelijk en na nog geen 30km zitten we in de groene beboste heuvels. Op enkele uurtjes van wereldstad naar volle natuur. Na 42km zien we ons eerste hert en vanaf die eerste dag zien we tientallen dieren die we nog nooit van ons leven gezien hebben: stinkdieren, otters, bevers, arenden, vossen, buizerds, gieren, dassen, muskusratten en zelfs een beertje dat we van te dicht zagen.
Om zoveel mogelijk hoogteverschil uit te sparen in de Apalachian Mountains van New York State verbinden we langs onze route rivieren, meren en kanalen. Overal zijn de oevers volgebouwd met vakantiehuisjes waarvan 1 op 3 te koop staat (crisis, weet je wel), bij de andere huizen staan alle mogelijke luxegoederen te koop (boten, moto´s, oldtimers, ja ja nog steeds crisis). We kamperen in tuinen en slapen in huizen tot aan de Niagara Falls. Cliché maar wondermooi nemen we zoals alle toeristen het avontuurlijke bootje "Maiden of the mist" tot vlak onder de watervallen.

Ons stukje Canada is identiek: vakantiehuisjes volledig langs de route aan meer Erie en na een kortje tussenstop op Pelee Island zijn we terug in USA! The Great Plains (Ohio en Indiana): 1400km vlakte, allebei gelukkig. Plat fietsen tussen mais en sojabonen, meren en boerderijen. De meeste boerderijen zijn niet meer rendabel zodat de boer zijn boerenleven combineert met een gewone job. We kamperen naast graansilo´s in de weidse vlaktes en publieke campings langs het meer. Middagpauzes naast tuinslangen, onderweg ieder uurtje verkoeling zoekend in privézwembaden of onder waterpompen. Ze hebben hier zoveel plaats dat ze zelfs raar opkijken als we vragen of we in hun tuin (met de oppervlakte van een stadspark) mogen kamperen.

We stuiten op de legendarische Route 66 en rijden vlot langs East St-Louis, een gevaarlijke en zwaar verloederde buurt. Wauw, zelfs beter dan een wild computerspel als Grands Thieves City of een gangsterfilm in een Amerikaanse suburb. We bezoeken het allerbeste museum ter wereld, het Citymuseum van St Louis, een pretpark uniek in zijn soort. Een kunstenaar bouwt een warehouse om tot verzamel-pretpark. Waanzin. In regeltjesland Amerika zijn hier geen veiligheidsvoorschriften, wel staat overal in koeien van letters "geen verantwoordelijkheid voor gebeurlijke ongevallen" en we moeten zelfs een gelijkaardige verklaring ondertekenen. Een pretpark waar je een kind geen seconde uit het oog mag verliezen of ´t ligt ergens halfdood. Een pretpark waar volwassenen terug kind worden, met glijbanen door oude afvalkokers van ´t 12de verdiep naar beneden, met klimrekken tegen plafonds, ontmantelde vliegtuigen als wippen en flipperkasten uit de jaren 40 ... Kijk zelf maar op citymuseun.org.

En vanaf hier zijn we beginnen kraken. De jarenlange opgeslagen explosieve reisenergie zijn we al verloren in de bergen van New York State en de rest is weggesmolten door de hitte. Route 66 neemt ons door de heuvels en bergen van de Ozarks tot in Missouri. Maar fuck Route 66 loopt langs de autosnelweg of beter nog de autosnelweg is de verbouwde versie van Route 66. We fietsen 5km langs de ene kant, dan brug over naar de andere kant. We vloeken en na 300km onzin zeggen we Route 66 vaarwel. De legendarische dingen die we zagen zijn niet de moeite waard om hier te blijven puffen over heuvels langs een autosnelweg. Denk nu zelf: de grootse schommelstoel ter wereld is weggerot maar ze hebben die dan maar vervangen door een aluminium exemplaar. Goedkoop ja. Souveniers made in China.

We zweten en rijden na een korte tussenstop in de hilarisch pattriotische showstad Branson (pretpark voor gelovige republikeinse bejaarden) via Arkansas de Ozarks uit en komen in onze favoriete staat Oklahoma. The Wild West, cowboyhoeden verschijnen, ketens verdwijnen, heuvels verkleinen! Sfeer, uiterst vriendelijke cowboys. Het plaatselijke bezinestation is de gezellige eettent, verzamelplaats, winkel en café, kortom bijna een communitycenter.
De dorpen liggen verder van elkaar want tot nu toe hadden we iedere 400m een huis. De mais en soja zijn verdwenen en maken plaats voor 'cattle'. ´t Is hier ´t land van de cowboys en indianen. De grootste indianenreservaten zijn hier gevestigd en we hebben geluk. Het is net de grootste gathering van indianenstammen in ChoctowNation. 2 dagen welgekomen pauze om pluimen en scalpen te bewonderen. De cowboys en indianen zijn zelfs beste vrienden geworden en ´s avonds worden we getrakteerd op live countrymusic. ´t Is maf, omdat de Amerikanen de indianen 150 jaar geleden in reservaten gedumpt hebben krijgen ze nu gratis gezondheidszorg en leven ze taxvrij. Een vrijheid die ze omzetten in casino´s en tabakswinkels. De Amerikanen voelen zich
schuldig en ´t is terecht ook.

De gemoedelijke sfeer van Oklahoma ruilen we in voor de posh van Texas. Don´t mess with Texas: De Texanen hebben een air die gelijkloopt met angst, sociale controle en een superioriteitsgevoel. We hebben zelfs een flik die ons in naam van de wet dreigt met de cel als we niet fietsen langs de linkse kant van de weg.

En we kraken opnieuw. Orkaan Hermine blaast met volle kracht vanuit het Zuiden, net de richting die wij uit moeten. Dagen en dagen van onweders komen, hagelbuien en orkaangevaar zodat we van de weg afmoeten. Er razen 2 tornado´s links en rechts op 20km van ons voorbij.
Na al dit natuurgeweld krijgen we hitte en vochtigheid van ongeziene aard. Op 300km van de Mexicaanse grens hebben we er dik genoeg van. We liften nog een stukje tot in Austin en omdat noordelijke Mexico onfietsbaar is om veiligheidsredenen nemen we in Austin de bus naar Zacatecas, Mexico.

de amerikanen

Amerika is een andere planeet. Het ´grappige´ beeld dat wij in Europa van de Amerikanen hebben is peanuts bij de werkelijkheid, ze zijn nog stukken beter in ´t echt. Er is niemand die zijn volk verdedigt. Uitspraken als "They are to dumb to get out of the rain", "he, you see now, not all Americans are crazy" zijn typerend voor het beeld dat veel Amerikanen van hun landgenoten hebben. We worden overal aangeklampt en uitgenodigd, alsof ze zich beschaamd voelen voor hun eigen volk. Met eten en luxueuze gastenverblijven willen ze ons telkens opnieuw bewijzen dat ze goed zijn. Ze gebruiken overtreffende trappen om alleen maar te zeggen hoe geweldig, fantastisch, fabulous en wonderful hun ei gebakken is terwijl het eigenlijk naar rubber smaakt. Eten heeft hier trouwens niets met smaak te maken, hoeveelheid, daar draait het om. Op restaurant krijg je plastieken 1 liter bekers met rietjes, en daar zit je dan, op banken die gemaakt zijn voor 10 tonners zodat je net met je hoofd boven tafel komt aan een rietje te zuigen van een vat vol ijs dat iedere 5 minuten bijgevuld wordt. Je kunt geen hap eten of de dienster van dienst komt je, slijmend in de overtreffende trap, vragen of alles vlot, hun loon hangt er immers vanaf want dat betalen we apart. Restaurants waarbij de Luchgarden en Colmar vijfsterrenrestaurants zijn. Eigenlijk zou geen Belg zo´n restaurant willen binnengaan, maar hier is het allemaal van dat. Ongezellig plastiek van voor naar achter en van boven naar onder en dan maar vreten van hamburgers en andere vettigheid, veel te veel maar dat geeft niet, je krijgt het allemaal mee in een to go box. Het versteent binnen de 5 minuten zodat je het kunt houden als souvenier. Op restaurant gaan is dan ook geen gezellig uitje maar een vreetpartij.
Waren er enkel slechte versies van Sarmastars en Colmars, maar nee hoor, daarnaast heb je McDonalds, Wendy, BurgerKing, Braum, Sonic, KFC, Pizzahut... die naast de dorpen een dorp vormen. Het is zover gekomen dat de binnenstad verloedert, instort, vergaat, wat nog overblijft is een postkantoor en een handvol zwarten die er goedkoop een huis gevonden hebben. Voor de rest is het allemaal buiten de stad Drive in, Drive through en Drive Crazy. Want alles ligt hier gigantisch ver van elkaar voor de fietser. Hier is niets voorzien voor fietsers, maar dan ook werkelijk niets. Een dorp van duizend mensen kan makkellijk 5km fastfoodketens, Walmarts en warenhuisapotheken bevatten. Nada cultuur, of is dit de cultuur?
Gepensioneerden spreken ´s morgens af in McDonalds voor het seniorenontbijt aan speciaal tarief en de vrouwen houden er ´s middags theekransjes. Dit is het summume resultaat van een extreem geëvolueerde kapitalistische maatschappij.
Is het enkel dit wat overblijft?
Nee hoor, dan is er nog jezus, onze grote vriend. Eveneens herleid tot een keten, maar wel nadrukkelijk aanwezig. Je vindt hem in bombastische magazijnen tussen andere ketens, en er is voor elk wat wils: baptisten, jehovahs, mormonen, eerst bijeengekomenen van god, nieuwgeboren christenen, episcopanen, methodisten, katholieken, eerstgeboren christenen en ga zo maar door. Ze zijn allemaal vertegenwoordigd in dezelfde 5km. Met spreuken voor hun deur als "No rain outside, showers of faith inside", "Highway to god", "You think this is hot? Hell is hotter, jesus can save u!", volledige radiozenders en reclamepanelen lokken ze de goedgelovige amerikanen. De kerkelijke inkomsten hangen dan ook af van vrijgevige giften. Een grote fabel, dat lijkt ons zowat het leven alhier. Het land waar ze hun vrijheid hoog in het vaandel dragen maar jammergenoeg van niet beter weten.

Buiten de happy few moet iedereen keihard werken voor een baas die niet aan zijn werknemers denkt en hun dus enkel de uren vraagt dat hij hen nodig heeft. Gevolg is dat velen 3 jobs combineren, telkens betaald aan 7 dollar per uur. Een puur kapitalistische maatschappij waar een gezondheidsverzekering haast onbetaalbaar is (reken op 500 dollar per maand per persoon en een commercieel ingestelde verzekeringsmaatschappij die alles in het werk stelt om niet te moeten uitbetalen). Werken en nog eens werken met slechts 2 weken vakantie per jaar, megaketens, jezus en televisie. Het resultaat van 2 maanden fietsen is dat we hen eigenlijk een grote bende vriendelijke sukkelaars vinden.

2 fietsers in Amerika




Stel je voor,
daar sta je dan in de living met rondom je spullen die eventueel bruikbaar zijn op reis. Een reis, niet van een weekje, maar van een jaar. Dan prop je zoveel mogelijk in je zakken en zul je wel zien. Godver! We hadden beter moeten weten!

Vanuit NYC waren het onmiddellijk bergen, gelijk aan pompen, zweten, blazen, wandelen en sterven. Een extreme beproeving voor 2 onsportieve rokers (ja 2, want ik heb een zotte, intelligente vrouw gevonden die mee in het avontuur springt). En was het dan nog maar dat.
De tempratuur zakt ´s nachts met moeite onder de 30 graden, en overdag spreken ze van heatindex (hitte en vochtigheid) en heatwarning, wat zoveel betekent als, als het niet moet, blijf eruit. Bam, nog meer zweten, blazen en puffen. De enige oplossing, die voor de hand ligt, is op reis (vakantie noemen ze dat) om 6uur op staan om dan vanaf 7uur te pompen, zweten, blazen, wandelen en sterven tot 11u om dan om 18 uur te herbeginnen met vele dagen waarbij het zelfs niet mogelijk is om zonder afkoeling (zwemmen, airco of iets dergelijks) de namiddag door te komen. Zo fietsten we van tuinslang naar rivier, van meer naar fontein, van zwembad naar waterpomp.

2 maanden zon had je gedacht, nee hoor, er waren dagen dat het gestormd heeft zodat we ons konden douchen in de tent (We hebben zelfs eens ´s nachts een volledige onderbreking van
het radioprogramma gehad omdat alle steden en dorpen in onze omgeving overstromingsgevaar liepen). We hebben dagen gehad dat de wind ons achteruit blies en dagen dat we binnen moesten blijven voor tornadogevaar (Hermine).

In totaal een helse tocht van 3500km in 2 maanden die ons compleet gebroken, gekraakt, geschud en doen sterven heeft maar we staan er fier en trots, klaar voor een volgende etappe. En achteraf bekeken was het ook machtig. Amerika is een andere planeet.

donderdag 8 juli 2010

een windmolen op school


De droom is om het traject Ottawa (canada)- Ushuaia (argentinie) te fietsen Het verschil met de vorige keren is dat het deze maal ten voordele is van BUSO Ter Bruyninge. De school waar ik werk. Ik zou graag met deze tocht mensen willen vinden die me stukjes traject sponsoren voor een windmolen naast mijn klas

Een windmolen is een maandelijkse kleine kostenbesparing en een must voor het milieu. Moest het nu eens lukken om per gefietste kilometer 1 euro te krijgen

De tocht:

Ottawa (Canada), Verenigde staten, Mexico, Guatemala, El Salvador, Hunduras, Nicaragua, Costa Rica, Panama, Ecuador, Peru, Bolivie, Paraguay, Argentinie, Chili, Ushuaia (vuurland)